Acties
In de eerste periode van de gastarbeid in Utrecht waren de werkgevers verantwoordelijk voor vergunningen en onderdak.
De mensen die zonder contract kwamen kregen echter snel van de vreemdelingenpolitie een verblijfsvergunning als ze konden aantonen dat ze werk hadden.
Door de economische crisis stopte In 1973 de werving van gastarbeiders, maar door mond tot mond reclame bleven er toch nieuwe arbeiders komen.
Door de werkeloosheid kon je makkelijk illegaal worden en dreigde er uitzetting.
De plannen voor een strengere verblijfswet van Minister Roolvink roept veel verzet op.
Ook in Utrecht komen er acties, demonstraties en zelfs hongerstakingen o.a in november 1975 in de Monicakerk, die toen tijdelijk als moskee werd gebruikt.
Ook werd de grote landelijke demonstratie in 1976 tegen de wet Boersma in Utrecht gehouden.
Soms werden de acties alleen door de buitenlandse arbeiders en hun zelforganisaties gevoerd.
Vaak waren ook Nederlandse actiegroepen, kerken, politieke partijen, vakbonden of mensen die door hun werk of buurt dagelijks contact hadden met de gastarbeiders en hun gezinnen solidair.
In die tijd was demonstreren en actie voeren veel gewoner dan nu.
Je kon niet via sociale media je stem laten horen, maar moest zelf de straat op met spandoek en megafoon.
Niet alleen de verblijfsvergunningen van de buitenlandse werknemers stond onder druk, die van hun kinderen was ook slecht geregeld.
Vooral de oudere kinderen, die nog niet lang in Nederland waren konden daardoor plotseling illegaal worden en bedreigd met uitzetting.
Het Komitee Verblijfsrecht Buitenlandse jongeren Utrecht was heel actief met voorlichtingsbijeenkomsten, manifestaties, bij een grote landelijke demonstratie in mei 1983 in Utrecht en bij acties rond de 14.45 regeling.
Door deze regeling was het heel moeilijk voor jongeren om te trouwen en hun partner naar Nederland te halen.
Nederlanders hoefden in die tijd geen identificatiebewijs bij zich te hebben, maar de buitenlandse jongeren werden steeds door de politie aangehouden en kregen een boete als ze hun paspoort en verblijfsvergunning niet bij zich hadden. Ook hiertegen werd actie gevoerd door het Komitee Verblijfsrecht.
Hoofdcommissaris Wiarda versoepelde de controle, maar was gebonden aan het algemene beleid dat bij de invoering van een nieuwe Vreemdelingenwet in 1986 alleen maar strenger werd.
Reden om nu massaal te komen demonstreren in Utrecht tegen de zo genoemde “Pasjeswet” een verwijzing naar de apartheidswetten in Zuid Afrika.
Om het gezin over te laten komen was huisvesting nodig. Buitenlandse werknemers konden de eerste jaren geen huis huren , maar moesten kopen. Het Nomadencomité stelt met haar acties het huisvestingsprobleem aan de orde. De actie Noodkopers kwam op voor de kopers die door te hoge hypotheken voor vaak slechte oude huizen in de problemen kwamen. Dankzij de migrantenraad kon men nu ook een huis huren.
Niet alleen de huisvesting voor een gezin was moeilijk ook het onderwijs kon de stroom nieuwkomers niet goed aan zodat er acties gevoerd moesten worden om de opvang mogelijk te maken.